Positieve instellingsreview voor Thomas More: stevige fundamenten voor toekomstgerichte groei17/06/2025

Thomas More is een waardengedreven, professionele en lerende organisatie. Dat besluit NVAO’s reviewcommissie van nationale en internationale experten, die dit academiejaar de hogeschool beoordeelde. De hogeschool heeft de afgelopen jaren ook betekenisvolle vooruitgang geboekt op vlak van strategie, organisatie en kwaliteitszorg. Thomas More heeft hiermee een sterke basis gelegd voor duurzame groei en toont zich klaar voor een volgende ontwikkelfase. 

(Foto's: copyright Thomas More Hogeschool)


Over de instellingsreview

Het Vlaamse kwaliteitszorgstelsel geeft veel vertrouwen aan de Vlaamse hogescholen en universiteiten. Zij krijgen de verantwoordelijkheid om zelf in te staan voor het borgen van de kwaliteit van elke individuele opleiding. In ruil daarvoor doorlopen ze elke 6 jaar een instellingsbrede review, die moet aantonen dat de instellingen op kwaliteitsvolle manier beleid voeren en zo adequaat de kwaliteit van hun opleidingen borgen. De instellingsreview wordt uitgevoerd door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). 

In 2021 is de NVAO gestart met vernieuwde instellingsreviews. De instellingsreview is één van de instrumenten die de NVAO hanteert om toe te zien op de kwaliteit van het hoger onderwijs in Vlaanderen. De NVAO stelt een externe reviewcommissie samen van onafhankelijke deskundigen. Zij onderzoeken tijdens meerdere bezoeken aan de instelling en via gesprekken met alle mogelijke stakeholders de aansluiting van het onderwijsbeleid bij de onderwijsvisie van de instelling en bij de maatschappelijke uitdagingen waarmee die in haar eigen context geconfronteerd wordt. Ook het systeem dat de instelling heeft opgezet om de kwaliteit van de eigen individuele opleidingen te borgen (de eigen regie) is voorwerp van onderzoek. 


De commissie stelt vast dat Thomas More een duidelijke koers heeft uitgezet in de “Visie en strategie 2030”. Deze strategie wordt breed gedragen binnen de organisatie en is zichtbaar in keuzes die volgens de reviewcommissie verschil maken, zoals het profiel van de MORE-professional. Tegen 2030 moet dit profiel duidelijk herkenbaar zijn bij afgestudeerden. De hogeschool heeft volgens de commissie ook een goed systeem om signalen uit de samenleving op te vangen en daar haar beleid op aan te passen. Daardoor kan de organisatie flexibel inspelen op veranderingen in de maatschappij. 

De commissie stelt vast dat het onderwijsbeleid van Thomas More, aansluitend bij haar LEFV-cultuur, centrale sturing combineert met ruimte voor lokale invulling. Dit zorgt voor een cultuur waarin eigenaarschap, dialoog en datagedreven werken centraal staan. Beleid wordt ondersteund met duidelijke structuren, en de samenwerking tussen opleidingen en de dienst Onderwijs wordt erkend als een belangrijke hefboom voor onderwijsontwikkeling. Ook het HR-beleid van Thomas More, dat inzet op opleiding en talentontwikkeling, draagt hier volgens de commissie positief aan bij. 

De kwaliteitszorg blijkt goed georganiseerd via de groeispiraal en verschillende cycli van kwaliteitsgesprekken, wat zorgt voor zowel continue opvolging als periodieke evaluatie. Ook de onderwijsspiegel met betrokkenheid van externe peers werd kwaliteitsvol doorontwikkeld en levert een betrouwbaar beeld op van de onderwijskwaliteit. 

De commissie stelt tevreden vast dat studenten, docenten, alumni en het werkveld op consistente wijze worden betrokken in de kwaliteitszorg. Er leeft een sterke kwaliteitscultuur waarin feedback, vertrouwen en ontwikkeling centraal staan. 

Vanuit dit fundament raadt de commissie Thomas More aan om ruimte te creëren voor consolidatie en om het doelenkader en het beleidsinstrumentarium verder te stroomlijnen en te harmoniseren. Daarnaast kan de eigen regie verder worden aangescherpt en kan de HR-cyclus steviger worden ingebed. De commissie daagt Thomas More tot slot uit om het ambitieniveau voor externe deskundigen (peers) hoger te durven leggen en om studentenparticipatie op beleidsniveau steviger vorm te geven.  

Jan Bogerd, voorzitter instellingsreview: "One of the greatest problems of our time is that many are schooled but few are educated.’ Die uitspraak van Thomas More weerspiegelt treffend de ambitie van de hogeschool: studenten niet alleen opleiden tot vakexperten, maar ook tot betekenisvolle professionals. Via het profiel van de MORE professional – maatschappelijk geëngageerd, ondernemend, internationaal betrokken en eigenaar van het eigen leren – krijgen alle studenten, graduaat en bachelor, een gedeelde identiteit mee die hen onderscheidt op de arbeidsmarkt én in de samenleving. Wat tijdens de instellingsreview sterk opviel, is hoe deze visie op onderwijs en leren breed gedragen wordt binnen de hogeschool en ook toepasbaar is op haar medewerkers. Ze komt niet alleen tot uiting in de programma’s, maar ook in de manier waarop studenten en medewerkers samen invulling geven aan een open en toekomstgerichte leercultuur." 

Stijn Coenen, Algemeen directeur Thomas More: "Natuurlijk zijn we trots op dit enorm positieve resultaat, maar we zijn minstens even fier op het intense traject dat eraan voorafging. Wat ons echt raakt: de commissie heeft onze ziel gezien. Een Thomas More-community van collega's, partners en studenten die met lef en gedrevenheid elke dag het verschil maakt. Onze open kwaliteitscultuur is geen beleid - het is wie we zijn. Met onze studenten als kompas bouwen we onvermoeibaar verder. Ambitieus en vol vertrouwen." 

Gerelateerde procedures

Instellingsreview

#instellingen met instellingsreview
Alle instellingen die in Vlaanderen erkend zijn als hogeschool of universiteit worden periodiek beoordeeld in een instellingsreview. Daarbij wordt gekeken naar het onderwijsbeleid en de manier waarop de instelling zelf de kwaliteit van haar opleid...