We krijgen geregeld vragen over onze werking. Op deze pagina zetten we de meest gestelde vragen op een rij. Zit uw vraag er niet bij? Neem dan contact met ons op via het algemene contactformulier of bekijk de FAQ pagina van de CDHO of de Inspectie van het Onderwijs.
Privacy
Hoe worden mijn persoonsgegevens verwerkt en beheerd?
De NVAO gaat zorgvuldig met jouw persoonsgegevens om en houdt zich aan de wet- en regelgeving, waaronder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). In de Privacyverklaring NVAO kun je lezen over hoe jouw persoonsgegevens worden verwerkt en welke rechten je hebt om jouw persoonsgegevens te beheren.
Was dit antwoord nuttig?
Wat zijn persoonsgegevens?
Onder ‘persoonsgegevens’ verstaan wij gegevens die op een identificeerbaar persoon betrekking hebben en die je ons zelf geeft, bijvoorbeeld door het invullen van een contactformulier of door het indienen van een aanvraagdossier.
N.B. Jurisprudentie kan de reikwijdte van het begrip persoonsgegevens oprekken of beperken. Telkens wordt rekening gehouden met recente jurisprudentie.
Was dit antwoord nuttig?
Ik heb een vraag over een nog in te dienen rapport:
A. Wie is er verantwoordelijk voor dat het rapport aan de AVG normen voldoet?
Tot het moment dat een besluit wordt genomen (op een aanvraag of anderszins) is een instelling zelf verantwoordelijk voor de inhoud van het rapport en de privacy-eisen die daaraan gesteld worden. Na besluitvorming op bijvoorbeeld een aanvraag en (verplichte) online publicatie van het rapport kan de NVAO in individuele gevallen besluiten om rapporten achteraf vanwege privacy redenen aan te passen.
B. Binnen welke termijn moet ons rapport voldoen aan alle vereisten van de AVG?
Op het moment van inleveren van het rapport bij de NVAO dient het aan de vereisten van de AVG te voldoen. De opleiding is hier zelf verantwoordelijk voor.
N.B. Als een rapport na de gestelde inleverdatum bij de NVAO wordt ingediend, moet de NVAO de accreditatie van de opleiding intrekken.
N.B. Indien je uitstel van de inleverdatum van het rapport wenst, moet je dit tijdig aanvragen en beargumenteren. Mocht uitstel verleend worden, dan geldt de termijn zoals in het bericht vermeld. Dit kan van geval tot geval verschillen.
Was dit antwoord nuttig?
Ik heb een vraag over een reeds ingediend rapport:
A. De gegevens van de contactpersoon zijn gewist uit het rapport. Hoe weet de NVAO met wie ze moet communiceren?
De instelling moet via het aanvraagformulier op de website een formele aanvraag indienen. In het daarvoor bestemde formulier worden de gegevens van de contactpersoon opgevraagd. Deze gegevens zijn nodig om de aanvraag in behandeling te kunnen nemen en blijven bewaard zolang noodzakelijk is. Vermelding in het rapport is niet nodig.
B. Moeten rapporten achteraf (met terugwerkende kracht) nog worden aangepast aan de huidige privacywetgeving?
Indien iemand een beroep doet op zijn rechten op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), maakt de NVAO een afweging tussen het algemeen belang en het individuele belang. Eventuele honorering van een verzoek wordt binnen redelijke termijn uitgevoerd.
C. De NVAOgeeft aan dat ons rapport niet voldoet aan de AVG normen. Hoe lang krijgen we nog de tijd om het rapport te corrigeren?
Wanneer de NVAO uitstel verleent, staat de termijn vermeld in het bericht. De NVAO is gebonden aan de wet en moet een accreditatie intrekken als de termijn wordt overschreden.
Was dit antwoord nuttig?
Mijn gegevens staan onjuist in een rapport en ik wil graag dat dat gerectificeerd wordt. Wat moet ik doen?
Je kunt een verzoek tot rectificatie indienen. Je dient een verzoek in op grond van de AVG en stuurt dit naar privacy@nvao.net. Het Privacy Office zal je rechten respecteren en toetsen aan de wet- en regelgeving
Was dit antwoord nuttig?
Ik heb bij de NVAO een verzoek gedaan om mijn persoonsgegevens te wissen en ben het niet eens met het besluit van de NVAO. Wat k
Je kunt bezwaar indienen, zoals vermeld in de brief waarin het besluit is gecommuniceerd. Je kunt ook een klacht indienen bij de toezichthoudende autoriteit.
Was dit antwoord nuttig?
Welke rechten heb ik als individu als het om mijn persoonsgegevens gaat?
Je hebt het recht van inzage, correctie, overdracht, wissen en beperking van persoonsgegevens. Verder mag de NVAO niet profileren en heeft de NVAO een kennisgevingsplicht. Voor vragen hierover kun je mailen naar privacy@nvao.net.
Was dit antwoord nuttig?
Hoe lang worden mijn persoonsgegevens bewaard?
De NVAO bewaart persoonsgegevens niet langer dan noodzakelijk voor het doel waarvoor deze zijn verzameld, dan wel op grond van de wet is vereist.
Was dit antwoord nuttig?
Mijn vraag staat niet tussen deze FAQ's of op de website. Hoe kom ik in contact?
Al jouw vragen over de verwerking van persoonsgegevens kun je sturen naar privacy@nvao.net.
Was dit antwoord nuttig?
Algemeen
Geldt de accreditatie voor alle locaties?
In het beoordelingsproces wordt de kwaliteit van een opleiding per locatie beoordeeld.
Was dit antwoord nuttig?
Hoe kan ik zien of een opleiding is geaccrediteerd?
In Nederland en Vlaanderen mogen alleen geaccrediteerde opleidingen van erkende hogescholen en universiteiten erkende bachelor- en masterdiploma's uitreiken.
In de NVAO-databank (zie homepage) staan alle door de NVAO geaccrediteerde Nederlandse en Vlaamse hogeronderwijsopleidingen, inclusief besluit en bijbehorend visitatierapport;
Het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO) is het officiele register van geaccrediteerde opleidingen binnen het Nederlandse hoger onderwijs;
Het Hogeronderwijsregister (HOR) is het officiele register van geaccrediteerde opleidingen binnen het Vlaamse hoger onderwijs, en bevat tevens nieuwe, (tijdelijk) erkende bachelor- en masteropleidingen;
De website Qrossroads bevat informatie over geaccrediteerde hogeronderwijsopleidingen in Europa.
Was dit antwoord nuttig?
Hoe weet ik wat de kwaliteit van een opleiding is?
Alle opleidingen aangeboden door de erkende instellingen worden beoordeeld op hun kwaliteit. In dit kwaliteitszorgstelsel zijn de opleidingen en instellingen zelf betrokken, de evaluatieorganen die met onafhankelijke commissies van deskundigen (panels) de daadwerkelijke visitaties uitvoeren en de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) die op basis van de visitatierapporten van de panels wel of niet de accreditatie verstrekt. Hoewel de kwaliteit van het hoger onderwijs dus de verantwoordelijkheid is van de opleiding en de instelling zelf, is het uiteindelijk de NVAO die als onafhankelijke instantie de kwaliteit van de opleidingen waarborgt.
De NVAO publiceert per opleiding en instelling haar besluiten en de visitatierapporten op haar website (databank homepage).
Was dit antwoord nuttig?
Ik wil een opleiding laten accrediteren/een instelling starten
Nederlandse particuliere organisaties (rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid) die geen financiering ontvangen van de overheid kunnen door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap worden erkend als "rechtspersoon voor hoger onderwijs" om daarna geaccrediteerde opleidingen aanbieden en wettelijk erkende bachelor- en mastergraden af te geven. Hiervoor geldt een aparte procedure.
In Vlaanderen kunnen instellingen alleen bij decreet of bij besluit van de Vlaamse regering worden erkend. Bij decreet gaat het om ambtshalve geregistreerde instellingen, bij besluit om een geregistreerde instellingen. Alle erkende instellingen worden opgenomen in het Hogeronderwijsregister.
Was dit antwoord nuttig?
Kunt u mijn diploma accrediteren?
De NVAO heeft geen taak op het gebied van het erkennen en waarderen van Nederlandse, Vlaamse en internationale diploma's. Voor informatie kunt u met onderstaande organisaties contact opnemen, Nederland: Informatiecentrum Diplomawaardering en Vlaanderen: National Academic Recognition Information Centre Flanders (NARIC Vlaanderen).
Voor Nederlandse diploma's van voor 2005 adviseert de NVAO u contact op te nemen met de instelling waar de opleiding is gevolgd (of met de rechtsopvolger) om een uitspraak te krijgen met welk huidig hoger onderwijsdiploma het getuigschrift of diploma overeenkomt. Voor algemene vragen kunt u contact opnemen met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen: burgervragen@minocw.nl
Was dit antwoord nuttig?
Wanneer moet een opleiding worden geaccrediteerd?
In Nederland is de accreditatietermijn zes jaar. Bestaande opleidingen dienen per 1 mei of 1 november bij de NVAO een aanvraag in voor heraccreditatie een jaar voor het aflopen van de accreditatietermijn. Het beoordelen van een nieuwe opleiding kan op ieder moment worden ingediend.
In Vlaanderen is in 2015 een geïntegreerd systeem voor externe kwaliteitszorg gestart, bestaande uit een instellingsreview, een reviewtrail op de regie van de kwaliteitsborging van de opleidingen en accreditatie van een welomschreven groep van opleidingen. De bestaande opleidingen van de hogescholen en de universiteiten worden tot 2021 vrijgesteld van opleidingsvisitaties en -accreditatie. Binnen de hogescholen en de universiteiten worden geen nieuwe bachelor- of masteropleidingen geprogrammeerd (moratorium). Nieuwe postinitiële opleidingen (bachelor-na-bacheloropleidingen, postgraduaten) en taalvarianten van bestaande opleidingen blijven wel mogelijk.
Was dit antwoord nuttig?
Wat betekent EC(TS)?
Bij de start van het bachelor-masterstelsel in 2002 is het studiepuntensysteem European Credit Transfer System (ECTS) ingevoerd: een studiejaar kent 60 EC (= 1680 studie-uren). De studielast van iedere opleiding en iedere onderwijseenheid wordt door het instellingsbestuur uitgedrukt in studiepunten (EC's):
EC's
Nederland
Vlaanderen
2-jarig associate degreeprogramma (Ad)
120
-
HBO5
-
90 / 120
master
min. 60
min. 60
academische bachelor (3 jaar)
-
180
wo-bachelor (3 jaar)
180
-
professionele bachelor (3 jaar)
-
180
hbo-bachelor (4 jaar)
240
-
internationale joint degree-opleiding
min. 90
min. 90
Was dit antwoord nuttig?
Wat doet de NVAO?
De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) is als onafhankelijk accreditatieorgaan bij Verdrag opgericht tussen Nederland en Vlaanderen en borgt sinds 2005 als publieke binationale instelling in beide regio's de kwaliteit van het hoger onderwijs.
Dit doet de NVAO door accreditatie te verlenen aan opleidingen van universiteiten en hogescholen in Nederland en Vlaanderen en de interne kwaliteitsborging van deze instellingen periodiek te beoordelen. De taken van de NVAO zijn in wetgeving vastgelegd.
Was dit antwoord nuttig?
Wat is accreditatie van rechtswege?
In Nederland zijn alle ruim 3500 bestaande opleidingen met de start van het bachelor-mastersysteem in 2002 door de wetgever van rechtswege geaccrediteerd. De opleidingen zijn daarna tot 2010 allemaal voor het eerst een keer door de NVAO geaccrediteerd. In 2011 is het tweede accreditatiestelsel ingevoerd en een instellingstoets kwaliteitszorg voor het beoordelen van de interne kwaliteitszorg bij hogescholen en universiteiten. Sinds 2017 wordt gewerkt met een nieuw beoordelingskader voor het beoordelen van instellingen, bestaande en nieuwe opleidingen.
In Vlaanderen is het accreditatiestelsel gestart in 2003. Alle bestaande opleidingen zijn op dat moment van rechtswege geaccrediteerd en tot het academiejaar 2012-2013 een eerste keer door de NVAO beoordeeld. In het academiejaar 2013-2014 is het tweede accreditatiestelsel ingevoerd. Dit stelsel is in het academiejaar 2015-2016 aangepast aan de nieuwe wetgeving en kaders van de NVAO. In 2015 is een geïntegreerd systeem voor externe kwaliteitszorg gestart, bestaande uit een instellingsreview, een reviewtrail op de regie van de kwaliteitsborging van de opleidingen en accreditatie van een welomschreven groep van opleidingen.
Was dit antwoord nuttig?
Wat is accreditatie?
De bachelor-masterstructuur (bama) is in 2002 ingevoerd om de opleidingen in het hoger onderwijs in Europa beter met elkaar te kunnen vergelijken. Tegelijk is een accreditatiestelsel ingevoerd om de kwaliteit van het hoger onderwijs te toetsen en te waarborgen.
Accreditatie van de onafhankelijke Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) toont aan dat een opleiding of een instelling voldoet aan vooraf vastgestelde kwaliteitseisen zoals zijn vastgelegd in het accreditatie- of beoordelingskader. Dit kader sluit aan op het Nederlands of Vlaams Nationaal Kwalificatieraamwerk Hoger Onderwijs en de European Standards and Guidelines zoals deze in Europees verband aan de accreditatie worden gesteld. De NVAO besluit op basis van een adviesrapport van een onafhankelijke commissie van deskundigen (visitatiepanel) die via peer review de desbetreffende opleiding of instelling heeft getoetst aan de hand van het beoordelingskader van de NVAO.
Een accreditatietermijn duurt in Nederland zes jaar en in Vlaanderen acht jaar (voor bestaande opleidingen) of vier jaar (voor nieuwe opleidingen).
Voor erkende hogescholen en universiteiten vormt accreditatie een voorwaarde om overheidsfinanciering te krijgen voor de betrokken opleiding. Voor de betrokken opleiding is accreditatie een voorwaarde om een door de overheid erkend diploma met bijbehorende graad te kunnen verstrekken, en in Nederland is accreditatie voor de betrokken student een voorwaarde om studiefinanciering te kunnen verkrijgen.
Was dit antwoord nuttig?
Wat is het verschil tussen Nederlandse en Vlaamse opleidingen?
Nederlandse bachelor- en masteropleidingen in het hoger beroepsonderwijs (hbo) en Vlaamse professioneel gerichte opleidingen hebben een beroepsgerichte oriëntatie. Afstuderen betekent in dit geval dat de afgestudeerde de noodzakelijke kennis en vaardigheden heeft om een bepaald beroep (zoals verpleger of leraar) uit te oefenen.
Nederlandse en Vlaamse universitaire opleidingen leiden op tot een wetenschappelijke/academische oriëntatie in een bepaald vakgebied en zijn meer gericht op onderzoek. Daarnaast kent Vlaanderen het HBO5, een beroepsgerichte opleiding op hoger onderwijsniveau die niet rechtstreeks leidt tot een graad van bachelor of master. In Nederland bestaan nog de Associate degree (Ad), een tweejarig programma op hbo-niveau en de onderzoeksmaster (research master), een tweejarige wetenschappelijke master specifiek gericht op onderzoeksvaardigheden in een bepaald vakgebied. Vlaanderen kent bachelor na bachelor- en master na masteropleidingen, in Nederland post-initiele opleidingen genoemd.
Een Vlaamse professionele bacheloropleiding duurt drie jaar (180 EC's - studiepunten) en een Nederlandse hbo-bacheloropleiding vier jaar (240 EC's). Een Nederlandse hbo-bachelor is gelijk aan een Vlaamse professionele bachelor, ongeacht de studieduur. Een vergelijkbare situatie geldt voor masters: er zijn Nederlandse masters die minimaal een jaar (60 EC's) duren en Vlaamse masters van twee jaar (120 EC's), en omgekeerd.
De NVAO behandelt Nederlandse en Vlaamse bachelor- en masteropleidingen volgens eigen beoordelingskaders en dezelfde internationale standaarden. Nederland en Vlaanderen erkennen elkaars bachelor- en masteropleidingen, zowel binnen de beroepsgerichte oriëntatie als de academische/wetenschappelijke oriëntatie.
Was dit antwoord nuttig?
Wat is kwaliteitszorg?
Accreditatie maakt deel uit van de kwaliteitszorgsysteem van het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen. Kwaliteitszorg is het proces dat het vertrouwen van de belanghebbenden (stakeholders) bevestigt dat het onderwijs (input, proces en resultaten) de verwachtingen inlost of aan de minimumvereisten voldoet. Accreditatie vormt dan als externe kwaliteitsborging de - positieve - afsluiting van de interne kwaliteitszorg door de opleiding of instelling.
In het hoger onderwijs wil kwaliteitszorg een bijdrage leveren aan de constante verbetering van de kwaliteit van het onderwijs; het verantwoording afleggen aan de maatschappij voor het gebruik van publieke middelen en informatie verstrekken aan studenten en ouders over de kwaliteit van het hoger onderwijs.
Was dit antwoord nuttig?
Wie kan accreditatie aanvragen?
In Nederland beoordeelt de NVAO de interne kwaliteitszorg bij hogescholen en universiteiten en bestaande en nieuwe opleidingen van universiteiten, hogescholen en rechtspersonen voor hoger onderwijs (erkende private instellingen).
In Vlaanderen zijn in het kader van de pilot instellingsreview de bestaande opleidingen van de hogescholen en de universiteiten tot 2021 vrijgesteld van opleidingsvisitaties en -accreditatie. Binnen de hogescholen en de universiteiten worden geen nieuwe bachelor- of masteropleidingen geprogrammeerd (moratorium). Nieuwe postinitiële opleidingen (bachelor-na-bacheloropleidingen, postgraduaten) en taalvarianten van bestaande opleidingen blijven wel mogelijk.
Private organisaties kunnen door de minister van Onderwijs worden erkend als hogeronderwijsinstelling, in Nederland als 'rechtspersoon voor hoger onderwijs' en in Vlaanderen als 'geregistreerde instelling'. Daarna kunnen zij bij de NVAO opleidingen ter accreditatie aanbieden.
Was dit antwoord nuttig?
TNO Nederland (Accreditatie nieuwe opleiding)
Mag een opleiding tussentijds veranderen zonder dat een toets nieuwe opleiding nodig is?
Het gaat bij het veranderen van een opleiding of het ontwikkelen van een afstudeerrichting niet om een maximaal aantal vakken of een percentage van het gehele curriculum dat gewijzigd mag worden zonder dat een toets nieuwe opleiding van toepassing is.
Een opleiding mag inhoudelijk vernieuwen zonder dat een toets nieuwe opleiding in beeld komt, zo lang de inhoudelijke kern van de opleiding blijft passen onder de eindkwalificaties, de naam en de CROHO-licentie. Aan die licentie mag het inhoudelijke profiel worden verbonden zoals dat landelijk gangbaar is en meestal is vastgelegd in een domein specifiek referentiekader (WO) door een disciplineoverleg of een landelijk beroeps- en opleidingsprofiel (HBO) door een landelijke opleidingsoverleg (LOO).
Was dit antwoord nuttig?
Binnen welke termijn dient de nieuwe opleiding geregistreerd te zijn in CROHO?
Artikel 5.8 van de WHW vermeldt de registratietermijn van een TNO-besluit: tien maanden (artikel 6.2 lid 9) in het geval van een bekostigde en zes maanden in geval van een niet-bekostigde instelling. Binnen die termijn dient de opleiding geregistreerd te zijn in het CROHO.
Was dit antwoord nuttig?
Hoe verhoudt de procedure van de CDHO zich tot de TNO procedure van de NVAO?
Informatie daarover is op de website van de NVAO opgenomen bij de procedure accreditatie nieuwe opleiding onder de tab algemene informatie.
Was dit antwoord nuttig?
Hoeveel pagina’s mag het informatiedossier beslaan?
Het informatiedossier is een op zichzelf leesbaar document met een omvang van 15 pagina’s hoofdtekst voor een beperkte opleidingsbeoordeling en 20 voor een uitgebreide. Dit is exclusief eventuele bijlagen.
Was dit antwoord nuttig?
Hoeveel tijd neemt de TNO procedure bij de NVAO in beslag?
De doorlooptijd van de TNO procedure bij de NVAO is zes maanden bij een volledig dossier ongeacht of het een beperkte of uitgebreide beoordeling betreft. Dat is van moment van registratie van de aanvraag tot de datum van het besluit. Als er een vakantie (in het bijzonder de zomervakantie of het kerstreces) in de looptijd van de aanvraag zit, kan de totale doorlooptijd iets langer dan zes maanden zijn omdat de NVAO schoolvakanties niet meetelt in de doorlooptijd.
Schoolvakanties tellen we in beginsel niet mee. Dus 6 weken in zomerperiode, twee weken kerst, etc.
Was dit antwoord nuttig?
Negatief advies en dan?
Indien de procedure leidt tot een negatief paneladvies en/of een negatief besluit staat het de opleiding vrij om op elk gewenst moment een nieuwe aanvraag in te dienen. Bekijk onze instructie voor meer informatie.
Was dit antwoord nuttig?
Wat betekent ‘in detail’ beschreven?
In detail beschreven betekent dat voor de beoogde nieuwe opleiding de eerste 60 EC volledig is uitgewerkt en indien van toepassing, een doorkijk geeft naar de volgende jaren. De plannen zijn voldoende uitgewerkt om het panel een helder beeld te geven van de beoogde leerresultaten van de gehele opleiding, de inrichting van het curriculum, de leeromgeving, de toetsing en het docententeam dat de opleiding zal gaan verzorgen. Het informatiedossier en de bijlagen geven het panel een helder beeld van de beoogde leerresultaten voor de gehele opleiding, de inrichting van het curriculum, het concept-OER, de leeromgeving, de toetsing en de samenstelling van het docententeam dat de opleiding zal gaan verzorgen. Voor de eerste 60 EC van de opleiding is alle informatie over de inhoud van de opleiding en de toetsing in concept beschikbaar. Daarnaast zijn voor een aantal onderdelen toetsen uitgewerkt. De opleiding maakt inzichtelijk hoe zij aan het eind van het programma de beoogde leerresultaten zal toetsen.
Was dit antwoord nuttig?
Wat zijn de beslisregels in de TNO procedure?
De procedure kent drie mogelijke eindoordelen: positief, positief onder voorwaarden en negatief.
Positief onder voorwaarden is alleen mogelijk als het panel acht dat herstel binnen twee jaar (of minder) realiseerbaar is.
Het NVAO bestuur kan eigenstandig afwijken van het paneladvies.
Was dit antwoord nuttig?
Procedures Nederland
Geldt het BKKI ook voor masteropleidingen, of voor opleidingen die niet breed of als een Liberal Arts programma zijn opgezet?
Ja, in principe kunnen alle opleidingen in het hoger onderwijs het BKKI aanvragen. Binnen de eigen sector zal een programma of opleiding moeten bewijzen dat het kleinschalig en intensief onderwijs geeft en dat ook resultaat mee boekt.
Was dit antwoord nuttig?
Heeft een ITK invloed op de beoordelingsprocedure van een bijzonder kenmerk?
Voor de beoordeling van een bijzonder kenmerk is het niet van belang of een instelling beschikt over een positieve ITK of niet. Het panel hanteert de criteria en richtlijnen die gelden voor het specifieke bijzondere kenmerk dat de opleiding wil aanvragen.
Was dit antwoord nuttig?
Hoe beoordeelt het panel de instelling?
De beoordeling door het panel vertrekt vanuit de eigen visie en keuzes van de instelling en doet daarmee recht aan de autonomie van de instelling. Daarbij stelt het panel zich de vraag of er voldoende draagvlak is bij docenten, studenten en het maatschappelijk veld. Vervolgens gaat zij na of de visie is vertaald naar passend onderwijsbeleid, dat effectief wordt uitgevoerd en waarvan de resultaten systematisch worden gemonitord. Voor het panel moet zichtbaar zijn hoe reflectie op die evaluatieresultaten en opvolging van ontwikkelingen in de maatschappelijke context resulteren in verbeteringen, bijstellingen en ontwikkeling. De instelling levert transparante informatie voor studenten, werkgevers en andere maatschappelijke actoren met betrekking tot de kwaliteit van opleidingen.
Was dit antwoord nuttig?
Hoe gaat het opzetten van een gecombineerd proces in zijn werk?
De NVAO verwelkomt suggesties voor gecombineerde accreditatieprocessen vanuit opleidingen en branche- of beroepsorganisaties. Op basis van de suggesties doet de NVAO onderzoek naar interesse voor een gecombineerd proces onder relevante opleidingen en organisaties. Bij voldoende interesse worden de accreditatiekaders vergeleken (standaarden, panelsamenstelling, bezoekprogramma, adviesrapport, etc.) en wordt een conceptovereenkomst opgesteld. De conceptovereenkomst wordt vervolgens besproken met alle belanghebbenden. Na eventuele wijzigingen in de conceptovereenkomst kan een definitieve overeenkomst worden getekend.
Was dit antwoord nuttig?
Hoe kan een opleiding de geldigheidsduur van een bijzonder kenmerk ‘Duurzaam hoger onderwijs’ op basis van AISHE verlengen?
Bij het verlengen van de geldigheidsduur van het bijzonder kenmerk op basis van AISHE controleert het panel tijdens de reguliere opleidingsbeoordeling de geldigheid en het aantal sterren van het keurmerk. Bij een geldig certificaat op ten minste het niveau van drie sterren kan de NVAO de beoordeling overnemen.
Was dit antwoord nuttig?
Hoe kan een opleiding het bijzonder kenmerk ‘Duurzaam hoger onderwijs’ aanvragen?
Een opleiding kan het bijzonder kenmerk ‘Duurzaam hoger onderwijs’ aanvragen na een beoordeling door een onafhankelijk panel van deskundigen. Het panel hanteert daarbij ofwel de Nadere uitwerking Bijzondere kenmerken van de NVAO, ofwel het kader voor een keurmerk op gebied van duurzaam onderwijs, bijvoorbeeld het SHE-kader voor Duurzaam Hoger Onderwijs. In het laatste geval kan de NVAO het bijzonder kenmerk toekennen indien het panel de opleiding heeft beoordeeld met ten minste drie sterren.
Was dit antwoord nuttig?
Hoe komt de panelsamenstelling tot stand?
De NVAO benadert de panelleden. Het panel bestaat uit maximaal vijf leden, inclusief ten minste één student-panellid. Zij zijn gezaghebbend op bestuurlijk niveau of binnen de ontwikkeling van het hoger onderwijs, auditdeskundig of vertegenwoordigen het maatschappelijk veld.
Het panel beschikt gezamenlijk over onderstaande expertises:
bestuurlijke deskundigheid;
hoger onderwijsdeskundigheid, bij voorkeur ook wat betreft ontwikkelingen buiten Nederland;
deskundigheid op het gebied van de inrichting en effectiviteit van kwaliteitszorgsystemen;
recente ervaring in het (internationale) maatschappelijk veld of het werkveld waar de instelling in opereert;
recente ervaring als student in het hoger onderwijs.
Een voorstel voor de beoogde panelsamenstelling wordt aan de instelling voorgelegd.
Was dit antwoord nuttig?
Hoe moet het BKKI worden beoordeeld in visitaties na het behalen van de praktijktoets?
Beoordeling van het bijzonder kenmerk 'Kleinschalig en intensief onderwijs' na de praktijktoets
In het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk ‘Kleinschalig en intensief onderwijs’ (BKKI) is bepaald dat dit kenmerk bij elke accreditatie opnieuw wordt beoordeeld en (bij positief resultaat) toegekend. Het BKKI kent een instaptoets en na zes jaar een toets van de realisatie van kleinschalig en intensief onderwijs, de praktijktoets. Het beoordelingskader stelt dat het BKKI na de praktijktoets als wezenskenmerk van de opleiding moet worden beschouwd. Hieruit vloeit voort dat het kleinschalig en intensief karakter als deel van de basiskwaliteit kan worden gezien en als zodanig worden getoetst. De NVAO heeft dat in het beoordelingskader voor BKKI op p.14 als volgt omschreven:
(...) "Het panel neemt daarom de beoordeling van de criteria integraal mee in de beoordeling voor accreditatie. Dit houdt in dat het behaalde niveau en het rendement van de opleiding of programma meewegen in de oordelen op de relevante standaarden en het eindoordeel. Het rapport geeft een helder beeld van de afweging van het panel inzake het bijzonder kenmerk. Het panel geeft in het eindoordeel gemotiveerd aan of het toekenning van het bijzonder kenmerk ‘Kleinschalig en intensief onderwijs’ gerechtvaardigd acht."
Het is van belang dat panels, secretarissen en procescoördinatoren van beoordelingen op een consistente wijze vormgeven aan de beoordeling van BKKI na de praktijktoets. Hieronder is daarom een handreiking gegeven voor de handelswijze bij deze beoordeling, uitgaande van de standaarden en beslisregels in het accreditatiekader 2018.
Werkwijze beoordeling BKKI na de praktijktoets
In de aanvraag om behoud van accreditatie geeft de instelling expliciet aan dat zij verlenging van het BKKI beoogt.
Uitgangspunt voor een beoordeling BKKI na het behalen van de praktijktoets is dat de BKKI-criteria niet meer afzonderlijk beoordeeld worden maar worden meegenomen in de beoordeling van de standaarden van het reguliere kader en in de rapportage daarover. De opleiding dient deze vervlechting in de zelfstudie te beschrijven.
Het panel stelt in het rapport een separaat oordeel vast over de mate waarin de opleiding aan het BKKI voldoet, gemotiveerd en gewogen. Hierin onderbouwt het panel waarom het meent dat de opleiding aan de criteria van het BKKI voldoet.
Het in het kader genoemde ‘integraal meenemen’ betekent dat sommige aspecten die voor basiskwaliteit niet direct meetellen, dat nu wel doen: bovengemiddelde rendementen en gerealiseerd niveau worden kritisch meegewogen bij Gerealiseerde leeruitkomsten. Die twee staan specifiek in het kader genoemd, maar het geldt ook voor de andere criteria van BKKI, zoals de verbinding tussen curriculum en extra-curriculaire activiteiten, kleinschalig en intensief onderwijs, specifieke competenties van de staf, voorzieningen en dergelijke. Voor een positief oordeel dient de opleiding te voldoen aan alle criteria van het BKKI.
Tekortkomingen op BKKI en voorwaarden
Uitgangspunt is dat de beoordeling van BKKI na de praktijktoets de beslisregels van het reguliere kader volgt.
Als een panel een tekortkoming in de opleiding vaststelt die te herleiden is tot een criterium voor BKKI en die binnen twee jaar te herstellen is, ligt het voor de hand dat het panel een oordeel voldoet ten dele geeft op de verwante standaard van het reguliere kader. Dit geldt ook als de opleiding voor de overige aspecten van die standaard wel voldoet aan de basiskwaliteit. Kleinschalig en intensief onderwijs is immers onlosmakelijk verbonden met de basiskwaliteit. Het is van belang dat het panel in het rapport een helder onderscheid maakt tussen het oordeel op de reguliere standaard en het oordeel inzake BKKI.
Het gevolg van een dergelijk oordeel is dat het eindoordeel over de opleiding positief onder voorwaarden wordt (mits aan de beslisregels van het reguliere kader wordt voldaan). Hierop volgt de reguliere procedure voor een accreditatie onder voorwaarden zoals in het accreditatiekader is omschreven. Gedurende de voorwaardentermijn behoudt de opleiding (of het programma daarbinnen) de rechten die aan BKKI zijn verbonden.
Als uit de herstelbeoordeling na de voorwaardentermijn blijkt dat de opleiding nog niet aan de criteria voor BKKI voldoet, trekt de NVAO de toekenning van het BKKI in. Zij zal dan de minister van OCW adviseren de toestemming voor selectie en collegegeldverhoging in te trekken.
De accreditatie zal behouden blijven als het panel aantoonbaar en overtuigend onderbouwt dat de opleiding op de standaard(en) waar voorwaarden op waren gesteld, wel aan de basiskwaliteit volgens het reguliere kader voldoet.
Tekortkomingen op reguliere standaarden en voorwaarden
Als het panel een oordeel voldoet ten dele op een of meer standaarden van het reguliere kader geeft, leidt dat tot een eindoordeel positief onder voorwaarden. Gelet op de integrale beoordeling van BKKI en basiskwaliteit, strekt dit oordeel zich altijd ook uit tot het BKKI. BKKI wordt dan ook onderwerp van het herstel en de beoordeling van het voldoen aan de voorwaarden.
Hierop volgt de reguliere procedure voor accreditatie onder voorwaarden zoals die in het accreditatiekader is omschreven. Tijdens de voorwaardentermijn blijven de aan BKKI verbonden rechten voor de opleiding (of het programma daarbinnen) gelden.
Als de toetsing van het voldoen aan voorwaarden een negatieve uitkomst heeft, eindigt met de accreditatie ook de toekenning van het BKKI. De NVAO zal de minister van OCW daarvan op de hoogte stellen.
Was dit antwoord nuttig?
Hoe waarborgt de NVAO de kwaliteit van een gecombineerd proces?
Tijdens het opzetten van een gecombineerd accreditatieproces worden de NVAO kaders goed in de gaten gehouden. Deze kaders, die de kwaliteit van accreditatieprocessen bewaken, dienen ook in een gecombineerd proces volledig afgedekt te worden. De NVAO onderhoudt korte lijnen met betrokken organisaties, waardoor eventuele problemen veelal snel kunnen worden opgelost.
Was dit antwoord nuttig?
Hoe ziet een samenwerkingsovereenkomst eruit?
Een samenwerkingsovereenkomst omschrijft de voorwaarden voor een gecombineerd accreditatieproces. Elementen zijn onder meer een vergelijking van accreditatiekaders, beschrijving van een gecombineerd expertpanel en -bezoek, afspraken rondom kritische reflectie en adviesrapport, toepassing van bijzonder kenmerken, accreditatieduur en besluitvorming. Reeds gesloten overeenkomsten vindt u op de website van de NVAO.
Was dit antwoord nuttig?
Hoe zit het met het beoordelen van zij-instroom trajecten lerarenopleidingen?
De NVAO heeft in overleg met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vastgesteld dat op dit moment geen deugdelijke beoordeling kan plaatsvinden van de zij-instroomtrajecten van primair (po)-, voortgezet onderwijs (vo) en mbo (Pedagogisch Didactisch Getuigschrift). De NVAO zal daarom de zij-instroom trajecten vo, po en mbo niet meenemen in de komende accreditatie van de pabo’s, academische en tweedegraads lerarenopleidingen.
Voor alle overige trajecten binnen de lerarenopleidingen die leiden tot een lesbevoegdheid geldt dat deze, conform het geldende accreditatiekader, wel door de NVAO worden beoordeeld. Het beoordelingskader schrijft immers voor dat instellingen de plicht hebben om in de aanvraag van een accreditatie (alsmede in het rapport dat de instelling aanbiedt ter behoud van accreditatie) melding te maken van alle afstudeerrichtingen, specialisaties, varianten, locaties en wettelijke vereisten die aan de betreffende opleiding zijn verbonden. Opleidingstrajecten die niet zijn gemeld, vallen niet onder de accreditatie.
Was dit antwoord nuttig?
Is een gecombineerd accreditatieproces verplicht?
Nee, een gecombineerd accreditatieproces is niet verplicht, ook niet wanneer binnen een discipline een overeenkomst bestaat tussen de NVAO en een branche- of beroepsorganisatie. De NVAO verplicht opleidingen niet om een dubbele accreditatie aan te vragen. Een overeenkomst maakt een gecombineerd proces mogelijk, maar opleidingen kunnen bij iedere accreditatieronde opnieuw besluiten of dit voor hen een interessante optie is.
Was dit antwoord nuttig?
Is een gecombineerd proces ook mogelijk voor een instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) of toets nieuwe opleiding (TNO)?
Vooralsnog zijn er alleen gecombineerde accreditatieprocessen mogelijk voor opleidingsbeoordelingen (volgens het beperkte of uitgebreide kader), niet voor de instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) of een toets nieuwe opleiding (TNO).
Was dit antwoord nuttig?
Wat is een gecombineerd accreditatieproces?
In een gecombineerd accreditatieproces worden de processen rondom NVAO-accreditatie gecombineerd met de accreditatieprocessen van een (internationale) branche- of beroepsorganisatie. De procedures van internationale accreditatieorganisaties vertonen vaak grote overlap met de procedures die de NVAO hanteert. In een gecombineerd proces worden overlappende delen (denk aan: zelfevaluatie, panelsamenstelling, locatiebezoek) zo veel mogelijk samengevoegd. Opleidingen die kiezen voor een gecombineerd proces hebben zo de mogelijkheid om aan de hand van één procedure een dubbele accreditatie te verwerven.
Was dit antwoord nuttig?
Kan de praktijktoets ook eerder dan na zes jaar worden gedaan als er al voldoende resultaat voorhanden is?
Ja, een opleiding die al langer kleinschalig en intensief was maar pas later het bijzonder kenmerk aanvraagt, kan al eerder de realisatie van de ambities laten toetsen.
Was dit antwoord nuttig?
Kan een opleiding de beoordeling van een bijzonder kenmerk combineren met een opleidingsbeoordeling?
Ja, dat kan. De beoordelingsprocedure van een bijzonder kenmerk kan gecombineerd worden met een toets nieuwe opleiding of een visitatie. Het is ook mogelijk het bijzonder kenmerk apart te laten beoordelen; hieraan zijn extra kosten verbonden.
Was dit antwoord nuttig?
Kan het BKKI ook voor programma’s of tracks binnen een opleiding worden aangevraagd?
Ja, dat kan.
Was dit antwoord nuttig?
Kan ik NVAO accreditatie aanvragen met een accreditatierapport van een internationale accreditatieorganisatie?
U kunt met een internationaal accreditatierapport bij de NVAO accreditatie aanvragen wanneer over een dergelijke erkenning een overeenkomst is gesloten tussen de NVAO en de betreffende organisatie.
Opleidingen die recent geaccrediteerd zijn door een internationale accreditatieorganisatie en die ook door de NVAO geaccrediteerd wensen te worden, dienen de reguliere aanvraagroute te volgen, op basis van het NVAO beoordelingskader. Voor toekomstige accreditaties kan het opzetten van een gecombineerd proces onderzocht worden om dan de lasten te verlagen.
Was dit antwoord nuttig?
Mag een opleiding tussentijds veranderen zonder dat een toets nieuwe opleiding nodig is?
Het gaat bij het veranderen van een opleiding of het ontwikkelen van een afstudeerrichting niet om een maximaal aantal vakken of een percentage van het gehele curriculum dat gewijzigd mag worden zonder dat een toets nieuwe opleiding van toepassing is.
Een opleiding mag inhoudelijk vernieuwen zonder dat een toets nieuwe opleiding in beeld komt, zo lang de inhoudelijke kern van de opleiding blijft passen onder de eindkwalificaties, de naam en de CROHO-licentie. Aan die licentie mag het inhoudelijke profiel worden verbonden zoals dat landelijk gangbaar is en meestal is vastgelegd in een domein specifiek referentiekader (WO) door een disciplineoverleg of een landelijk beroeps- en opleidingsprofiel (HBO) door een landelijke opleidingsoverleg (LOO).
Was dit antwoord nuttig?
De CDHO en NVAO kijken beiden naar de gekozen naam van de voorgenomen opleiding. Wat is het verschil hiertussen?
De CDHO vergelijkt de voorgestelde naam van de opleiding met de gebruikelijke namen in de sector voor vergelijkbare opleidingen. De uitkomst hiervan wordt neergelegd in het advies gericht aan de minister van OCW. De NVAO beoordeelt vervolgens bij de TNO of de naam overeenkomt met vergelijkbare opleidingen en betrekt daarbij het advies van de CDHO. De NVAO beoordeelt verder of de naam van de voorgenomen opleiding de inhoud daarvan goed dekt. De CDHO adviseert dus over de gekozen naam en de NVAO neemt de uiteindelijke beslissing.
Was dit antwoord nuttig?
Hoe werkt de oordeelsvorming van het panel?
In het panel vindt collegiale oordeelsvorming plaats. Daarbij wordt gelijkwaardig recht gedaan aan de verschillende perspectieven op kwaliteit die in het panel zijn vertegenwoordigd, waaronder het studentenperspectief. Het panel streeft in zijn oordeelsvorming naar consensus.
Was dit antwoord nuttig?
Hoe wordt het panel voorbereid op de beoordeling?
De voorzitter dient getraind te zijn overeenkomstig de eisen van de NVAO getraind. Tijdens een voorbereidend overleg licht de procescoördinator het kader en de procedure van de beoordeling toe en de van panelleden verwachte attitude tijdens de gesprekken. Tevens zorgt de procescoördinator voor een kalibratie van het panel door de interpretatie van de standaarden, de oordelen en de beslisregels door te nemen.
Voorafgaand aan het overleg bestudeert het panel het informatiedossier van de opleiding. Tijdens het overleg delen de panelleden hun eerste indrukken, formuleren ze vragen voor het locatiebezoek en spreken ze een werkwijze af voor het locatiebezoek.
Was dit antwoord nuttig?
Bij een opleiding in een andere taal dan het Nederlands beoordelen de CDHO en NVAO deze keuze. Wat is het verschil?
Indien de instelling bij een aanvraag voor een nieuwe opleiding ervoor kiest de opleiding in een andere taal dan het Nederlands aan te bieden, zal de CDHO beoordelen of de voorgestelde taalkeuze aansluit bij de arbeidsmarktbehoefte en haar bevindingen hierover opnemen in het advies. De NVAO beoordeelt of de instelling de keuze voor een andere voertaal dan het Nederlands heeft gemotiveerd. Daarnaast dienen docenten te beschikken over voldoende beheersing van de taal waarin zij doceren.
Was dit antwoord nuttig?
Kan een aanvraag TNO bij de NVAO tegelijkertijd met een aanvraag macrodoelmatigheid bij de CDHO worden ingediend?
Ja, instellingen kunnen opleidingen door de NVAO laten accrediteren en tegelijkertijd bij de CDHO een macrodoelmatigheidsbesluit aanvragen. Daarbij blijft het risico aanwezig van een negatief doelmatigheidsadvies terwijl het NVAO-traject loopt (met bijbehorende kosten).
Was dit antwoord nuttig?
Kan een instelling een ingediende aanvraag nog intrekken?
De instelling kan gedurende het gehele beoordelingstraject de aanvraag intrekken, tot aan het moment waarop de NVAO een definitief besluit – op de in de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven wijze – heeft genomen. Op grond van de European Standards and Guidelines is de NVAO gehouden alle rapporten van beoordelingen publiek te maken, ook als deze een negatieve uitkomst hebben. Met de indiening van het adviesrapport door de panelvoorzitter aan de NVAO start de bestuurlijke behandeling. Dit leidt in alle gevallen tot publicatie van het adviesrapport. Als de instelling de aanvraag intrekt voor aanbieding van het adviesrapport door de panelvoorzitter aan de NVAO, zal de NVAO het adviesrapport niet publiceren.
Was dit antwoord nuttig?
Kan een instelling een TNO combineren met de aanvraag voor een bijzonder kenmerkt voor de betreffende opleiding?
Ja, dat kan. Zie voor meer informatie over bijzonder kenmerken deze pagina.
Was dit antwoord nuttig?
Welk kader moet de instelling gebruiken voor de TNO? Het beperkte of uitgebreide?
Instellingen die beschikken over een oordeel positief (onder voorwaarden) op de instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) kunnen gebruikmaken van het beperkte TNO-kader. Andere instellingen passen het uitgebreide kader toe. Het kader is te vinden onder de bestanden op deze pagina.
Was dit antwoord nuttig?
Welke administratieve gegevens moet de instelling aanleveren bij een TNO?
Instellingen hebben de plicht om in de aanvraag om accreditatie melding te maken van alle afstudeerrichtingen, specialisaties, varianten, locaties en wettelijke vereisten die aan de betreffende opleiding verbonden zijn.
Was dit antwoord nuttig?
Voor welke opleidingen is een gecombineerd proces mogelijk?
Inmiddels heeft de NVAO samenwerkingsovereenkomsten afgesloten met twee accreditatieorganisaties voor business schools (AACSB en EFMD), een organisatie voor bestuurskunde (EAPAA), een organisatie voor ontwikkelingsstudies (EADI) en een organisatie voor toerisme- en hospitality-opleidingen (THE-ICE).
Was dit antwoord nuttig?
Waarom is een gecombineerd proces interessant voor opleidingen?
Voor een opleiding betekent de aanvraag van een extra (beroeps)keurmerk extra werk: de opleiding dient steeds een accreditatieproces voor de (wettelijke) NVAO-accreditatie voor te bereiden en zet daarnaast een vergelijkbaar proces in gang voor het behalen van accreditatie door een beroepsorganisatie. Door de twee procedures samen te voegen in één proces, daalt voor opleidingen de administratieve lastendruk. Binnen de tot nu toe afgesloten overeenkomsten komt dit voornamelijk tot uiting in het aanbieden van één kritische reflectie en een gezamenlijke visitatie.
Was dit antwoord nuttig?
Waarom werkt de NVAO aan gecombineerde accreditatieprocessen?
De NVAO streeft naar zo veel mogelijk administratieve lastenverlichting en maatwerk voor instellingen en hun opleidingen rondom accreditatie. In dit kader onderzoekt de NVAO mogelijkheden om accreditatieprocedures te combineren. Verscheidene instellingen in Nederland laten opleidingen niet alleen accrediteren door de NVAO, maar ook door een (internationale) branche- of beroepsorganisatie die excellentiekeurmerken toekent op basis van een eigen accreditatieprocedure. Door het verkrijgen van een keurmerk kan een opleiding zich onderscheiden van vergelijkbare programma’s in binnen- en buitenland. De gehanteerde accreditatieprocedures kennen vaak grote overlap. Door deze te combineren tot één accreditatieproces werkt de NVAO aan lastenverlichting en kunnen opleidingen die daarin interesse hebben zich gemakkelijker (internationaal) profileren.
Was dit antwoord nuttig?
Wat is de accreditatietermijn van een ITK?
De accreditatietermijn voor een instellingstoets kwaliteitszorg duurt maximaal zes jaar. De NVAO kan besluiten tot het verlenen van een positief besluit "onder voorwaarden" van maximaal twee jaar.
Was dit antwoord nuttig?
Wat zijn de constanten ten opzichte van de vorige ITK-ronde?
De constanten zijn:
Deelname aan de Instellingstoets Kwaliteitszorg is vrijwillig;
De instelling is het object van beoordeling, niet de opleidingen;
Het bestaande beoordelingskader (2018)met vier standaardenwordt gebruikt;
Een positiefoordeelleidt tot beperkte opleidingsaccreditatie in plaats van uitgebreide opleidingsaccreditatie;
Er vindt een bestuurlijk gesprek plaats;
Er zijn twee locatiebezoeken;
Het panel bestaat uit maximaal vijf leden, inclusief ten minste één student-panellid;
Een secretaris schrijft de rapportage en is overal bij aanwezig, maar maakt geen deel uit van het panel.
Was dit antwoord nuttig?
Wat zijn de veranderingen ten opzichte van de vorige ITK-ronde?
De belangrijkste wijzigingen zijn:
Accentverschuiving: de focus verschuift van systemische werkwijzen en governance structuren naar opleidingskwaliteit;
Trails zijn geen onderdeel meer van de procedure;
De documentatie is beperkt en bestaat uit een reflectieverslag van maximaal tien pagina's. Er wordt sterk aangeraden om gebruik te maken van bestaand materiaal.
Was dit antwoord nuttig?
Welke bijzondere kenmerken kan een opleiding aanvragen?
De NVAO kent vier specifieke bijzondere kenmerken, namelijk kleinschalig en intensief onderwijs (BKKI), ondernemen, internationalisering (CeQulnt), en duurzaam hoger onderwijs . Deze kenmerken hebben hun eigen kaders en procedures. Daarnaast kunnen opleidingen een eigen bijzonder kenmerk aandragen. In dat geval hanteert het panel bij de beoordeling de Nadere uitwerking Bijzondere kenmerken van de NVAO.
Was dit antwoord nuttig?
Kwaliteitszorgstelsel Nederland
Geldt accreditatie voor voltijd, deeltijd en duaal?
Een Nederlandse opleiding kan in verschillende varianten worden aangeboden: voltijd, deeltijd en duaal (WHW, artikel 7.7). De verschillende varianten gelden als één opleiding: er is dus één accreditatiebesluit. Een opleiding kan alleen worden geaccrediteerd als de verschillende varianten ten minste voldoende zijn. Een negatief beoordeelde variant houdt dus de gehele accreditatie tegen.
Deeltijdse opleidingen zijn specifiek gericht op studenten met werk(ervaring), die niet op de gangbare uren het voltijdse programma kunnen volgen. Bij de duale opleiding wordt een overeenkomst gesloten tussen instelling, student en werkgever, waarin diverse afspraken zijn vastgelegd, onder andere over de wijze waarop een deel van de opleiding op de werkplek wordt gerealiseerd (WHW, artikel 7.7, leden 2 tot en met 5).
Was dit antwoord nuttig?
Geldt een buitenlandse accreditatie ook voor Nederland?
Nee, alleen voor Vlaamse hogeronderwijsopleidingen heeft de NVAO de bevoegdheid om internationale accreditaties als equivalent te erkennen. De NVAO sluit wel met andere internationale accreditatieorganisaties overeenkomsten om elkaars accreditatiebesluiten over te nemen of om accreditatieprocedures tegelijk te laten verlopen en hierdoor de lasten te verminderen.
Was dit antwoord nuttig?
Hoe lang moeten documenten worden bewaard?
Voor de documenten rond de accreditatie van hoger onderwijsopleidingen geldt als meest gangbare bewaartermijn zeven jaar. Hogescholen en universiteiten hebben in een 'basisselectiedocument' vastgelegd hoe lang zij hun documenten bewaren, bijvoorbeeld op het gebied van tentamen- en (eind)examenresultaten, reglementen van orde en accreditatieprocedures. Meestal worden deze afspraken gemaakt in overleg met de toezichthouder op de archieven (Erfgoedinspectie).
Was dit antwoord nuttig?
Is het werken met twee assessoren verplicht?
Het werken met twee assessoren (het vierogen principe) wordt steeds meer gemeengoed in geval van assessments (bijvoorbeeld criteriumgerichte interviews of gedrag assessments). Het inzetten van twee assessoren komt de zorgvuldigheid van de beoordeling ten goede. De beoordeling is daarmee niet objectief, maar op zijn minst intersubjectief; de assessoren stemmen af (kalibreren) over het oordeel en dat verhoogt de kwaliteit van het oordeel.
Er rust geen verplichting op het inzetten van twee assessoren, maar bij het aantonen van een kwaliteitsvolle toetsing kiest een opleiding hier vaak voor. Als een opleiding volstaat met één assessor, geeft de opleiding aan waarom de toetsing met één assessor voldoende is geborgd.
Was dit antwoord nuttig?
Mag de opleiding tussentijds een deeltijdse of duale variant starten?
Een opleiding mag lopende de accreditatietermijn van de geaccrediteerde variant (bijvoorbeeld voltijd) een nieuwe variant starten (bijvoorbeeld deeltijd, duaal). Bij voorkeur start de nieuwe variant halverwege de termijn van zes jaar zodat bij eerstvolgende accreditatiebeoordeling de nieuwe variant op basis van gerealiseerde kwaliteit (en zo mogelijk ook het gerealiseerd eindniveau) beoordeeld kan worden.
Een start van de nieuwe variant direct na of direct voor de accreditatiebeoordeling is niet wenselijk, omdat deze in dat geval te lang niet beoordeeld wordt, respectievelijk alleen als plan kan worden beoordeeld.
De opleiding laat de nieuwe variant voorafgaand aan de start registreren in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO), waardoor studenten in de nieuwe variant direct onderworpen zijn aan alle rechten en plichten die horen bij accreditatie, ook al heeft de variant op dat moment nog geen accreditatiebeoordeling ondergaan
Was dit antwoord nuttig?
Mag een instelling een opleiding overdragen aan een andere instelling?
Een instelling die een geaccrediteerde opleiding aanbiedt, kan deze overdragen aan een andere erkende instelling (rechtspersoon voor hoger onderwijs). De overdracht is geregeld in de Beleidsregel bevoegdheid graadverlening hoger onderwijs (artikel 3, lid 4). In die procedure heeft de NVAO geen rol.
Was dit antwoord nuttig?
Wanneer is de NVAO terughoudend met aanvullende acties?
De NVAO bekijkt ieder visitatierapport kritisch en rekent erop dat de argumentatie in het rapport navolgbaar is. Wanneer dat het geval is, behoeft de NVAO geen aanvullende acties te ondernemen (vragen stellen, uitnodigen voor een gesprek, nadere informatie opvragen e.d.).
De NVAO beoogt de kwaliteit van het rapport te versterken door duidelijke voorwaarden te schetsen, helder te zijn over de eisen en door training te geven aan secretarissen. Tijdens deze contacten kan de NVAO in algemene zin informatie geven over haar bevindingen tijdens het besluitvormingsproces. Zo ontstaat een continue verbeterpatroon
Was dit antwoord nuttig?
Wat betekent 'uitgaan van vertrouwen'?
De NVAO gaat uit van vertrouwen en maakt onafhankelijk van de instelling dezelfde afwegingen in de behandeling op individueel opleidingsniveau. Van groeiend of afnemend vertrouwen is geen sprake. De NVAO behandelt de instellingen niet anders. Elke opleiding wordt, vanuit vertrouwen, individueel getoetst. Daarbij evalueert de NVAO enerzijds de kwaliteit van het rapport en het proces en anderzijds de navolgbaarheid van de onderbouwing van de basiskwaliteit.
Was dit antwoord nuttig?
Wat is het verschil tussen een getuigschrift en een diploma?
In het voortgezet onderwijs krijgt u een diploma of een getuigschrift. In het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) krijgt u een diploma. In het hoger onderwijs (hoger beroepsonderwijs (hbo) en wetenschappelijk onderwijs) ontvangt u een getuigschrift en een supplement op het getuigschrift. Meer informatie
Was dit antwoord nuttig?
Wat verstaat de NVAO onder consistentie?
Voor de NVAO betekent consistentie dat in gelijke gevallen gelijk wordt gehandeld. Consistentie in de oordelen is de verantwoordelijkheid van de panels en de NVAO. De NVAO probeert de consistentie te versterken door onder meer trainingen aan te bieden, goed te informeren en streng toe te zien op de deskundigheidseisen voor panels.
Door te werken met visitatiegroepen zien de panels meerdere soortgelijke opleidingen. Dat komt het referentiekader van panels ten goede. De panels kunnen zo op een vergelijkende manier oordelen. De NVAO vertrouwt op de inhoudelijke deskundigheid van de peers wanneer zij de oordeelsvorming van de panels ontvangt. Indien de argumentatie in het rapport niet navolgbaar is, zal de NVAO nadere vragen stellen.
Was dit antwoord nuttig?
Titulatuur Nederland
Heeft het hbo nieuwe titels?
Met de invoering van de Wet kwaliteit in verscheidenheid in 2014 is de titulatuur van bepaalde hbo-opleidingen gewijzigd. Er worden academische titels gevoerd, mede met het doel in internationaal opzicht meer helderheid te verschaffen en de internationale mobiliteit te vergroten. Op het CV staat vermeld dat de opleiding is gevolgd aan een hogeschool (‘University of Applied Science’). De opleiding blijft een hbo-opleiding.
De invoering gebeurde destijds in fases. Wanneer 70 procent van een bepaalde groep opleidingen sinds 2012 was geaccrediteerd, dan konden de desbetreffende opleidingen de nieuwe titulatuur invoeren. De NVAO maakte tot eind 2018 maandelijks bekend welke opleidingsgroep de 70%-grens had behaald en welke bijbehorende opleidingen de nieuwe titulatuur konden voeren.
U kunt in Nederland meer titels gebruiken, wanneer dit verschillende titels zijn voor verschillende opleidingen. Voer hierbij of de Nederlandse of de internationale titel(s) en niet een combinatie daarvan. Voor de internationale geldigheid van uw diploma maakt het niet uit of u de Nederlandse of internationale titel voert. U vindt informatie over (het gebruik van) de titulatuur op de website van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Was dit antwoord nuttig?
Zijn de titels beschermd?
In de wet is vastgelegd welke graad (titel) en welke toevoeging aan de graad zijn verbonden aan het met goed gevolg afleggen van het afsluitend examen van een opleiding (WHW, artikel 7.10a). Het onbevoegd afgeven van bachelor- en mastergraden en doctoraten door instellingen en het onbevoegd voeren van wettelijk beschermde graden of titels door personen is strafbaar (Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek WHW, artikelen 15.5 en 15.6; Wetboek van Strafrecht, artikel 435 onder 3o). Daarnaast is de Wet bescherming namen en graden hoger onderwijs aangenomen om misleiding van studenten en werkgevers tegen te gaan.
Was dit antwoord nuttig?
Toets Nieuwe Graduaatsopleiding Vlaanderen
Is het een vrije keuze of is het verplicht om na een negatief besluit een 2e aanvraag voor TNO-omvorming in te dienen?
Een instelling kan na een 1e aanvraag met negatief toetsingsbesluit voor een identieke opleiding nog een keer een (2e) aanvraag voor een toets nieuwe opleiding indienen. Dit is geen verplichting. Bij het niet indienen van een 2e aanvraag blijft het negatieve toetsingsbesluit geldig.
Was dit antwoord nuttig?
Is het mogelijk om de aanvraag voor TNO-omvorming bij de 2e indiening in te trekken?
Voor de omvorming geactualiseerde graduaatsopleidingen:
Na een negatief TNO-besluit bij een omvorming, kan de hogeschool nog maximaal 1 academiejaar de om te vormen opleiding aanbieden en hiervoor studenten inschrijven. De hogeschool kan voor deze opleidingen nog een keer een aanvraag voor een toets nieuwe opleiding indienen. Er is dus sprake van een 1e aanvraag en een 2e aanvraag waarbij telkens een herindiening na intrekken van de (1e of 2e) indiening mogelijk is. Het instellingsbestuur kan de aanvraag voor de toets nieuwe opleiding intrekken uiterlijk binnen een termijn van 20 kalenderdagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het ontwerp. Het is niet mogelijk om een aanvraag bij de herindieningen in te trekken.
Voor de nieuwe (graduaats)opleidingen:
Het instellingsbestuur kan binnen een vervaltermijn van 15 kalenderdagen, vanaf de dag na de dag van de ontvangst van het ontwerp van toetsingsbesluit en het onderliggende beoordelingsrapport de aanvraag intrekken.
Bij herindieningen en tweede indiening zal de commissie niet voortbouwen op het oude dossier. Deze indieningen worden gezien als een nieuwe aanvraag. De procescoördinator bewaakt de consistentie met de eerdere positieve oordelen en waar mogelijk blijft de voorzitter hetzelfde.
Was dit antwoord nuttig?
Kan een graduaatsopleiding starten bij aanvang van het 2e semester (februari)?
Volgens de hierboven geschetste timing kan een indiening op 31 mei (zelfs t.e.m. 31 augustus) leiden tot een erkende opleiding die in februari (van het volgende kalenderjaar) van start gaat. Naast het doorlopen van de TNO, de besluitvorming door NVAO en het Besluit van de Vlaamse Regering tot erkenning van de betrokken opleiding, dient daarbij ook rekening te worden gehouden met het Besluit van de Vlaamse Regering (BVR) met publicatie van erkende opleidingen.
Jaarlijks wordt in een BVR een overzicht gegeven met het theoretisch aanbod van de erkende opleidingen in Vlaanderen. Als na de publicatie van de erkende opleidingen nog een erkenningsbesluit wordt genomen, dan zal dit in de eerstvolgende publicatie van de lijst met erkende opleidingen worden aangevuld. De erkenning van de opleiding is geldig vanaf de datum van ondertekening van het erkenningsbesluit.
De Codex bepaalt dat in het erkenningsbesluit staat vanaf welk academiejaar de opleiding kan worden aangeboden. Aangezien een erkenningsbesluit niet retroactief kan ingaan vanaf een academiejaar dat al van start ging, ligt een start in een academiejaar dat al gestart is momenteel dus moeilijk. Dit onderwerp ligt voor ter bespreking bij het departement en het kabinet.
Was dit antwoord nuttig?
Kunnen aanvragen voor TNO-omvorming van bestaande hbo5-opleidingen die niet geactualiseerd werden nu nog worden ingediend?
Neen, dit is niet meer mogelijk. De omvorming van bestaande hbo5-opleidingen werd afgerond op 31 augustus 2019. Als nieuwe graduaatsopleiding voor de betrokken instelling en na een positief oordeel macrodoelmatigheid is een aanvraag bij NVAO wel mogelijk.
Was dit antwoord nuttig?
Op welke data kunnen TNO-aanvragen voor graduaatsopleidingen bij NVAO worden ingediend?
De eerstvolgende uiterlijke indiendata voor omvorming geactualiseerde graduaatsopleidingen zijn 30 november 2019 en 31 mei 2020. Voor nieuwe graduaatsopleidingen is dat binnen een vervaltermijn van 15 kalenderdagen, die ingaat de dag na de dag van de ontvangst van het positieve oordeel over de macrodoelmatigheid.
Let wel: voor een geplande start van de opleiding dient rekening te worden gehouden met de behandeltermijn van NVAO en met de tijd nodig voor behandeling door de Vlaamse Regering. De deadline voor het NVAO-besluit, zoals vermeld in de Codex, is uiterlijk 15 april voor aanvragen die werden ingediend uiterlijk op 30 november van het voorafgaande kalenderjaar (en dus met de mogelijkheid om te starten in september). En uiterlijk op 30 oktober voor aanvragen die uiterlijk op 31 mei van hetzelfde kalenderjaar werden ingediend (en dus geen mogelijkheid om te starten in september). Na besluitvorming door NVAO moet nog één maand worden gerekend voor de erkenning door de Vlaamse Regering.
Als richtlijn geven we graag het volgende mee:
Indienronde 30 november: aanvragen ingediend na augustus bieden geen garantie op het ontvangen van een erkenningsbesluit tegen februari (van het volgende kalenderjaar). We raden aan om de indiendatum in overleg met NVAO af te stemmen.
Indienronde 31 mei: aanvragen ingediend na februari bieden geen garantie op het ontvangen van een erkenningsbesluit tegen september (van hetzelfde kalenderjaar). We raden aan om de indiendatum in overleg met NVAO af te stemmen.
INDIENRONDE
Erkenningsbesluit
tegen februari '20
Geen erkenningsbesluit meer
tegen februari '20
30 november 2019
indiening t.e.m. 31 augustus
indiening vanaf 1 september
Erkenningsbesluit
tegen september '20
Geen erkenningsbesluit meer
tegen september '20
31 mei 2020
indiening t.e.m. 28 februari
indiening vanaf 1 maart
Was dit antwoord nuttig?
Wat is de duur van de erkenning als nieuwe opleiding van een geactualiseerde graduaatsopleiding met positief besluit TNO?
Een positief besluit over de aanvraag van een graduaatsopleiding leidt tot een erkenning als nieuwe opleiding voor een periode van vijf academiejaren te rekenen vanaf het academiejaar waarin de opleiding in kwestie voor het eerst wordt ingericht.
Een positief besluit over de aanvraag van een graduaatsopleiding vervalt automatisch als het instellingsbestuur de opleiding niet start in het derde academiejaar dat volgt op de bekendmaking aan het instellingsbestuur.
De geldigheidsduur van een positief besluit over de aanvraag van een opleiding kan worden verlengd ter vrijwaring van de gelijktijdige en geclusterde organisatie van externe beoordelingen. De totale duur van de erkenning als nieuwe opleiding kan nooit meer dan acht academiejaren zijn.
Was dit antwoord nuttig?
Wat is de termijn waarbinnen een instelling een 2e aanvraag voor TNO-omvorming kan doen?
De termijn waarbinnen een 2e aanvraag voor TNO-omvorming kan worden ingediend is op zich niet bepaald. Na een negatief besluit kan een instellingsbestuur nog maximaal één academiejaar de om te vormen hbo5-opleiding aanbieden en hiervoor studenten inschrijven. Het is de verantwoordelijkheid van de instelling om een positief besluit te hebben vóór dit academiejaar is afgelopen. Als het besluit over de toets nieuwe opleiding bij de 2e aanvraag opnieuw negatief is, bouwt de instelling de opleiding af of zet ze die stop. Het instellingsbestuur garandeert de voorzieningen die nodig zijn om de ingeschreven studenten hun opleiding te kunnen laten voltooien.
Was dit antwoord nuttig?
Wat met het indienen van aanvragen voor graduaatsopleidingen die al in een of meerdere Vlaamse hogescholen worden ingericht?
Er is een verwantschap met een bestaande opleiding van het hoger beroepsonderwijs, maar de betrokken hogeschool heeft geen onderwijsbevoegdheid voor deze opleiding. Deze aanvragen zullen op dezelfde manier worden behandeld als de nieuwe graduaatsopleidingen die nog niet worden ingericht in Vlaanderen (zie hierboven).
Deze aanvraag kan op zijn vroegst worden ingediend in het kalenderjaar dat volgt op de erkenning van de betreffende opleiding bij de andere instelling(en). De betrokken opleiding dient daarvoor de macrodoelmatigheidstoets met positief gevolg te ondergaan. De onderwijskwalificatie en de domeinspecifieke leerresultaten zijn voor deze bestaande opleidingen al beschikbaar.
Was dit antwoord nuttig?
Wat met het indienen van aanvragen voor nieuwe graduaatsopleidingen die nog niet worden ingericht in Vlaanderen?
Als de Vlaamse Regering beslist dat er geen bestaande hbo5-opleiding verwant is met een beroepskwalificatie waarvoor een onderwijskwalificatie wordt ontwikkeld, wordt de graduaatsopleiding die leidt tot de onderwijskwalificatie, als een nieuwe opleiding beschouwd.
Een aanvraag voor deze nieuwe graduaatsopleiding kan pas worden ingediend nadat de Vlaamse Regering tot het ontwikkelen van een graduaatsopleiding die leidt tot deze onderwijskwalificatie heeft besloten. De betrokken opleiding(en) dient de macrodoelmatigheidstoets met positief gevolg te ondergaan. Bij het indienen van de aanvraag zijn daarbij ook de onderwijskwalificatie en de domeinspecifieke leerresultaten nodig.
Was dit antwoord nuttig?
Wat zijn de kosten voor de aanvrager verbonden aan de beoordeling van een graduaatsopleiding?
De beoordeling van een omvorming van een geactualiseerde graduaatsopleiding is kosteloos voor de aanvragende instelling. Aanvragen na een eerder negatief toetsingsbesluit en ingediend na 1 september 2019, zijn evenwel niet kosteloos*. Hiervoor wordt het reguliere tarief aangerekend.
De beoordelingen van nieuwe graduaatsopleidingen vallen onder de reguliere tariefregeling zoals opgenomen in het ministerieel besluit van 27 augustus 2019. De kostprijs voor een toets nieuwe opleiding bedraagt 10.000 euro. Na ontvankelijkheidscheck van het aanvraagdossier krijgt de instelling een verzoek tot betaling van NVAO.
* Codex hoger onderwijs Art. II.395 zoals gewijzigd door ODXXX Art. 154
Was dit antwoord nuttig?
Wat zijn de ‘faciliterende’ maatregelen bij overgang van toetsingskader naar het beoordelingskader TNO op maat v/d eigen regie?
Het beoordelingskader biedt veel ruimte en we willen de instellingen zoveel mogelijk de kans geven om graduaatsopleidingen volgens het gekende stramien van het ‘oude’ toetsingskader te blijven werken.
Kwaliteitswaarborgen
Het beoordelingskader bevat geen generieke kwaliteitswaarborgen meer, maar de instellingen zijn vrij zijn om bij de opmaak van het informatiedossier de vier generieke kwaliteitswaarborgen te blijven volgen in lijn met de eigen regie.
Stakeholders
In het informatiedossier is er aandacht voor de wijze waarop interne en externe stakeholders, externe en onafhankelijke peers en experten betrokken (zullen) zijn bij (de totstandkoming van) de opleiding.
Gesprekspartners
Een toelichtend gesprek wordt georganiseerd waarin de commissie zich, aan de hand van de waarderende aanpak, verder verdiept in de context van de opleiding om tot een oordeel te komen over de potentiële kwaliteit van de opleiding. De commissie kan hiervoor gesprekspartners met een verschillende achtergrond uitnodigen. Het beoordelingskader verplicht dat daar altijd een student bij is. NVAO wil dat ruim interpreteren: dit kan een cursist uit de om te vormen opleiding zijn, of een student uit een (verwante) graduaats- of bacheloropleiding van de betrokken instelling. Daarnaast is ook steeds iemand uit het werkveld erbij en iemand die het instellingsbestuur vertegenwoordigt (vb. contactpersoon graduaatsopleidingen).
Locatie van het toelichtend gesprek
De locatie van het toelichtend gesprek is bespreekbaar met de instelling en mag, maar moet niet langer opleidingsonafhankelijk zijn. De focus blijft -althans voor de omvorming van geactualiseerde graduaatsopleidingen- een ‘gesprek’, eerder dan een ‘bezoek’.
Verplichte bijlagen bij het informatiedossier
De verifieerbare feiten nr. 2 en nr. 5 die als verplichte bijlagen worden opgenomen in het informatiedossier vragen wat extra aandacht.
Nieuw is de vermelding van overeenkomstige opleiding(en) in het Vlaamse hoger onderwijs of, als die niet bestaan, de overeenkomstige opleidingsnaam in de buurlanden. Hier worden ook de opleidingen die verwant zijn en de bacheloropleidingen die aansluitend zijn vermeld. In het geval van een omvorming wordt hier dus verwezen naar de vroegere, uitdovende opleiding en de geactualiseerde opleiding;
Wat de beschrijving van het personeel betreft zijn geen cv’s van alle personeelsleden nodig. Het gaat erom de commissie inzicht te geven in de profielen van al aanwezig of nog aan te trekken personeel met daarbij de voorziene VTE’s.
Was dit antwoord nuttig?
Welk beoordelingskader is van toepassing?
Sinds 1 september 2019 is het nieuwe kwaliteitszorgstelsel 2019-2025 van toepassing en daarmee ook het beoordelingskader toets nieuwe opleiding op maat van de eigen regie (=beoordelingskader). In verband met het indienen van TNO’s voor de graduaatsopleidingen (omvorming geactualiseerde graduaatsopleidingen en nieuwe graduaatsopleidingen) gelden volgende bepalingen.
Voor de omvorming van geactualiseerde graduaatsopleidingen geldt het beoordelingskader toets nieuwe opleiding op maat van de eigen regie. Gezien veel instellingen al met de opmaak van de omvormingsdossiers van geactualiseerde graduaatsopleidingen aan de slag zijn wil NVAO met een faciliterende aanpak de vlotte overgang tussen het ‘oude’ toetsingskader en het ‘nieuwe’ beoordelingskader mogelijk maken. Hieronder worden een aantal elementen verduidelijkt om de concrete uitvoering aan de kant van de instellingen in continuïteit met de eerdere TNO-omvorming van bestaande hbo5-opleidingen te laten verlopen.
Aanvragen voor nieuwe graduaatsopleidingen vallen eveneens onder het beoordelingskader toets nieuwe opleiding op maat van de eigen regie.
Bij omvorming bestaande hbo5-opleidingen:
Vóór 1 september 2019 opgestarte aanvragen voor de omvorming van bestaande hbo-opleidingen, alsook herindieningen en 2e indieningen na een eerder negatief besluit voor deze aanvragen vallen onder het ‘oude’ kader toets nieuwe hbo5-opleiding omvorming (= toetsingskader).
Was dit antwoord nuttig?
Welke terminologie gebruiken?
De graduaatsopleidingen in Vlaanderen kunnen ontstaan als:
Omvorming bestaande hbo5-opleidingen (t.e.m. 31 augustus 2019);
Omvorming geactualiseerde graduaatsopleidingen (1 september 2019 t.e.m. 30 november 2024);
Nieuwe graduaatsopleidingen (jaarlijkse indiening mogelijk: 1e helft mei vanaf 2020, na positief oordeel macrodoelmatigheid).
Bij de omvorming van de bestaande hbo5-opleidingen was het omvormingskader van toepassing, we spreken ook van een ‘toetsingskader’.
Vanaf 1 september 2019 is het ’beoordelingskader’ toets nieuwe opleiding op maat van de eigen regie van toepassing voor de omvorming van geactualiseerde graduaatsopleidingen en voor nieuwe graduaatsopleidingen.
Was dit antwoord nuttig?
Graduaat BVPK
Kunnen we ervoor kiezen om in januari 2025 niks of pro forma een aanvraagdossier in te dienen?
Kunnen we ervoor kiezen om in januari 2025 niks of pro forma een aanvraagdossier in te dienen?
Nee, een samenwerkingsverband dient steeds een aanvraagdossier in maar heeft de keuze tussen de indiening van een aanvraag op basis van een volledig dossier of een gedeeltelijk dossier. De regelgeving zegt dat de NVAO in samenwerking met de Onderwijsinspectie een onderzoek moeten uitvoeren en dat zowel een rapport als een advies uitgebracht dient te worden aan de Vlaamse regering. Dat kan dus niet zonder of met louter een pro forma dossier.
Een correct traject zou dan kunnen zijn het indienen van een gedeeltelijk dossier in januari 2025 en een volledig dossier in 2026.
Was dit antwoord nuttig?
Bij een gefaseerde indiening hoeven niet alle gesprekspartners elke keer betrokken worden bij de dialoog?
Bij een gefaseerde indiening hoeven niet alle gesprekspartners elke keer betrokken worden bij de dialoog. Dus het online gesprek van anderhalf uur bij een eerste indiening kan bijvoorbeeld gewoon met de opleidingsverantwoordelijken?
Alle gesprekspartners zoals opgesomd in het beoordelingskader, komen, voor wat betreft de omvorming, over alle fasen van de omvorming heen aan bod.
Afhankelijk van het dossier dat ingediend zal worden, kan de opleiding aangeven welke gesprekspartners relevant zijn om rond de tafel te hebben. De commissie kan aanvullend steeds vragen bijkomende gesprekspartner(s) aan het online gesprek toe te voegen.
Bij een indiening van een volledig aanvraagdossier komen wel alle gesprekspartners aan bod.
Was dit antwoord nuttig?
Kunnen opleidingen, in een samenwerkingsverband met eenzelfde hogeschool, samenwerken en gelijkaardig aanvraagdossier indienen?
Kunnen opleidingen, in een samenwerkingsverband met eenzelfde hogeschool, samenwerken en een gelijkaardig aanvraagdossier indienen?
Een aanvraagdossier moet ingediend worden per samenwerkingsverband. Dit neemt niet weg dat er samengewerkt kan worden en er dus over de samenwerkingsverbanden heen gemeenschappelijke delen zijn.
Was dit antwoord nuttig?
Is een gefaseerde indiening mogelijk in alle combinaties? Voorbeeld: eerst het eerste jaar en nadien 2 en 3 samen?
Is een gefaseerde indiening mogelijk in alle combinaties? Voorbeeld: eerst het eerste jaar en nadien 2 en 3 samen? Of moet het dan per jaar zijn?
Een gefaseerde indiening is mogelijk in alle combinaties. We verwachten wel dat zeker het eerste jaar ingediend wordt en dat er ook duidelijk aangegeven wordt dat het om een gedeeltelijke indiening gaat. In het sjabloon van het opleidingsdossier kan je dit telkens aanduiden.
Was dit antwoord nuttig?
Kan een samenwerkingsverband dat haar dossier aanlevert (gefaseerd of volledig) telkens opnieuw indienen?
Kan een samenwerkingsverband dat haar dossier aanlevert (gefaseerd of volledig) telkens opnieuw indienen met voorgaande delen vanwege voortschrijdend inzicht en/of op basis van remediëring?
Bij een gefaseerde indiening, en dus de ontwikkelgerichte aanpak, kan er bijgestuurd worden op basis van aanbevelingen van de beoordelingscommissie, nieuwe inzichten, ….
Bij een volledige indiening waarbij er voorwaarden werden geformuleerd, kan dit bij een nieuwe indiening uiteraard ook.
Was dit antwoord nuttig?
Als het dossier in januari 2025 volledig ingediend werd en er onmiddellijke volledige erkenning is, moeten we opnieuw indienen?
Als het dossier in januari 2025 volledig ingediend werd en er onmiddellijke volledige erkenning is, moeten we dan opnieuw indienen?
Opnieuw indienen hoeft in dit geval niet meer. Een opleiding kan dan op basis van de aanbevelingen doorontwikkelen tot aan het opvolggesprek en de accreditatie.
Was dit antwoord nuttig?
Dienen we het sjabloon strikt te volgen of kunnen we ook vanuit eigen context voor inhoud en vormgeving eigen accenten leggen?
Dienen we het sjabloon strikt te volgen of kunnen we ook vanuit onze eigen context voor inhoud en vormgeving eigen accenten leggen?
De bedoeling van het sjabloon is om de opleidingen een houvast te geven in welke informatie zeker nodig is om een beoordeling te kunnen uitvoeren. In het sjabloon heb je de mogelijkheid om door te linken naar interne documenten of je kiest ervoor te beschrijven in de voorziene ruimte in het opleidingsdossier (waar je de keuze hebt staat dit aangegeven).
Was dit antwoord nuttig?
'Vanaf dan start de accreditatiecyclus'. Wordt er dan bedoeld dat er steeds een opleidingsaccreditatie zal blijven volgen?
Als er staat: Vanaf dan start de accreditatiecyclus. Wordt er dan bedoeld dat er steeds een opleidingsaccreditatie zal blijven volgen voor deze opleiding OF valt ze vervolgens ook onder de eigen Regie?
De opleiding blijft in een 5-jaarlijkse accreditatiecyclus en valt dus niet onder de eigen regie van de hogeschool.
Was dit antwoord nuttig?
Wat is het doel van het opvolgingsgesprek?
Wat is het doel van het opvolgingsgesprek?
Het opvolggesprek heeft als doelstelling het bewerkstelligen van de opvolging van opleidingen door, in dialoog op bestuurlijk niveau, stil te staan bij de voorbije beoordeling(en), de opvolging van deze beoordelingen door het samenwerkingsverband en de toekomstige beoordelingen.
Was dit antwoord nuttig?
Kan je spreken over ‘het graduaat in de basisverpleegkunde’?
Kan je spreken over ‘het graduaat in de basisverpleegkunde’. De opleiding leidt tot een diploma gegradueerde in de basisverpleegkunde, maar in het decreet heet het: opleiding Basisverpleegkunde van het hoger beroepsonderwijs.
Het gaat inderdaad over de opleiding Basisverpleegkunde van het hoger beroepsonderwijs. In het decreet betreffende de kwaliteit van het onderwijs, wat betreft de opleiding Basisverpleegkunde, wordt de opleiding graduaatsopleiding Basisverpleegkunde genoemd met verwijzing naar EQF niveau 5. Het beoordelingskader is afgestemd op dit decreet. Conform de Codex Secundair Onderwijs is het opleidingsprogramma “gebaseerd op de gevalideerde domeinspecifieke leerresultaten van het graduaat in de basisverpleegkunde”. (Artikel 168/4.)
Was dit antwoord nuttig?
Verantwoordelijkheden samenwerkingsverband - minimacriteria en mate van gemeenschappelijkheid?
In artikel II.398 van de Codex Hoger Onderwijs worden de verantwoordelijkheden van het samenwerkingsverband ten aanzien van de opleiding basisverpleegkunde opgesomd.
In welke mate dienen de 13 opdrachten uit het decreet gerealiseerd te worden? Zijn er minimacriteria voor bijvoorbeeld de mate van de ‘samenwerking’ en de mate van ‘gemeenschappelijkheid’?
De opleiding basisverpleegkunde wordt georganiseerd in het secundair onderwijs in een samenwerkingsverband met een hogeschool. Op die manier heb je meteen een specifieke eigenheid van de context waarin deze opleiding georganiseerd wordt. De regelgeving maakt ruimte voor de eigenheid van deze opleidingen en legt tevens verschillende verantwoordelijkheden bij het samenwerkingsverband. De onderwijs- en examenregeling en het evaluatiereglement moet bijvoorbeeld gezamenlijk zijn van de instellingen in het samenwerkingsverband. Voor het IKZ-systeem gaat het over een systeem waarin de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid in de rechten en plichten van de instellingen in het samenwerkingsverband tot uiting komt.
Elk van de 13 opdrachten uit het decreet zal worden beoordeeld. In het beoordelingskader is aangegeven dat voor elk van deze opdrachten onderbouwing dient te worden voorzien. Een beoordelingscommissie vertrekt vanuit deze onderbouwing en de eigenheid van de context in haar beoordelingsopdracht. Tegelijk is het in de ontwikkelgerichte en dus gefaseerde aanpak ook mogelijk om een meerjarenplanning toe te voegen.
Was dit antwoord nuttig?
Niet gevonden wat u zocht?
Stel uw vraag via het contactformulier en wij helpen u graag verder.
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.