Kwaliteit Nederlands hoger onderwijs stabiel07/02/2019

De NVAO is tevreden over de kwaliteit van de opleidingen in het Nederlandse hoger onderwijs. Uit het NVAO Jaarbericht Nederland 2018 blijkt dat het aantal positieve oordelen opnieuw rond de 96 procent ligt. In 2019 gaat veel aandacht uit naar de instellingstoets kwaliteitszorg en de kwaliteitsafspraken.

In totaal beoordeelde de NVAO het afgelopen jaar 509 bestaande opleidingen (tegen 291 in 2017). Bij de universiteiten ontving vorig jaar ruim 95 procent van de opleidingen een positief oordeel (209 opleidingen). Het aantal herstelperiodes (10) bedroeg ruim vier procent, meer dan het jaar daarvoor (twee procent in 2017). Het totaal aantal beoordelingen in het wetenschappelijk onderwijs is het afgelopen jaar echter ruim verdubbeld: 219 tegen 100 in het jaar daarvoor.

Voor de hogescholen kon de NVAO in 2018 ruim 96 procent van de opleidingen positief beoordelen (254 opleidingen). Het aantal herstelperiodes bleef onder de vier procent (3 procent in 2017). In 2018 werden voor het eerst associate degree-opleidingen voor heraccreditatie aangeboden. Al deze aanvragen konden positief worden beoordeeld.

 

NVAO-voorzitter Anne Flierman: ‘Het jaar 2018 vormde de aanloop naar het piekjaar 2019 met naar verwachting een kleine 800 te behandelen dossiers, waaronder de beoordeling van de plannen van de instellingen in het kader van de kwaliteitsafspraken, in veel gevallen in samenhang met een instellingstoets kwaliteitszorg. De cijfers over 2018 laten zien dat de kwaliteit van het Nederlandse hoger onderwijs op orde is. Vorig jaar werd bij slechts drie procent van het aantal besluiten voor bestaande opleidingen een hersteltraject opgelegd. Dit is ongeveer hetzelfde aantal opleidingen als in 2017. De instellingen ontwikkelen een stabiele kwaliteitscultuur. Die kwaliteitscultuur kan de instellingen van pas komen om de tweede ronde van de instellingstoets en de beoordeling van de plannen in het kader van de kwaliteitsafspraken succesvol te laten verlopen.’

 

Het percentage besluiten met het eindoordeel goed lag het afgelopen jaar zowel voor het wetenschappelijk onderwijs als in het hoger beroepsonderwijs rond de 15 procent. Bij de bekostigde opleidingen is het aantal het afgelopen jaar opnieuw gestegen. In het niet-bekostigd onderwijs viel dit eindoordeel minder vaak. De gedifferentieerde oordelen verdwijnen overigens met de inwerkingtreding van de Wet accreditatie op maat op 1 februari jl.

Toename nieuwe opleidingen door Ad

In totaal beoordeelde de NVAO 94 nieuwe opleidingen (tegen 72 in 2017). De toename is vooral toe te schrijven aan de aanvragen voor nieuwe associate degree-opleidingen en de verdubbeling van de besluiten na drie jaar op het toetsen van de voorwaarden.

Het slaagpercentage voor nieuwe opleidingen lag in 2018 op 63 procent, daarmee lijkt het slaagpercentage zich op een iets hoger niveau te stabiliseren (lag meerjarig op 55 procent). Van de 94 nieuwe tno-aanvragen werden het afgelopen jaar 15 aanvragen ingetrokken, 2 negatief beoordeeld en bij 18 aanvragen werden voorwaarden opgelegd. Hierbij is opnieuw nauwelijks verschil tussen de bekostigde en private sector en daarmee zet de trend zich voort die in 2017 is ingezet. Daarvoor was het slaagpercentage wisselend en in het niet-bekostigd onderwijs duidelijk lager dan in het bekostigd onderwijs.

Instellingstoets kwaliteitszorg

In 2018 zijn vijf instellingen positief beoordeeld, nadat het jaar daarvoor is gestart met de tweede ronde instellingstoets kwaliteitszorg (ITK). In 2019 vinden 25 beoordelingen plaats. Bij veel instellingen worden de plannen in het kader van de kwaliteitsafspraken meegewogen, zodat de NVAO de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hierover begin 2020 tijdig kan adviseren.

Nieuw beoordelingskader

Het afgelopen jaar heeft de NVAO naast haar reguliere beoordelingen in Nederland zich tevens gericht op het ontwikkelen van het Beoordelingskader accreditatiestelsel hoger onderwijs Nederland 2018. Het Kader 2018 is ontwikkeld in verband met de invoering van de Wet accreditatie op maat per 1 februari 2019 en vervangt dan het Kader 2016. Sinds 20 november 2018 is een overgangsregeling van kracht.