Positief ITK-besluit voor de Rijksuniversiteit Groningen: sterke kwaliteitscultuur en wendbare organisatie15/12/2025
In september 2025 heeft de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) een positief besluit afgegeven op de Instellingstoets Kwaliteitszorg (ITK), die was aangevraagd door de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Het panel concludeert dat de universiteit beschikt over passende en solide kwaliteitszorg, waarmee de onderwijskwaliteit structureel wordt geborgd. Bovendien ziet het panel een organisatie “die snel kan schakelen”, gedragen wordt door een sterke community en gericht is op voortdurende verbetering.
Heldere visie met focus op verbinding en maatschappelijke impact
De RUG werkt vanuit een breed gedragen onderwijsvisie waarin studiesucces centraal staat. Studenten ontwikkelen zich zowel academisch als persoonlijk en leren in een sociale omgeving waarin samenwerking en betrokkenheid essentieel zijn. De universiteit combineert een internationale oriëntatie met een sterke regionale verankering.
Belangrijke speerpunten komen samen in vier interdisciplinaire Schools for Science & Society, die volgens het panel een belangrijke rol spelen in het bevorderen van samenwerking binnen en buiten de universiteit. Wel kan dit volgens het panel nog sterker worden benut.
Sterk studentgericht en gedragen door een hechte gemeenschap
Wat opvalt is de sterke studentbetrokkenheid. Met meer dan 250 studie- en studentenverenigingen beschikt de RUG over een van de actiefste studentengemeenschappen van Nederland. De universiteit heeft een uitgebreid beleidskader ontwikkeld om deze verenigingen financieel en organisatorisch te ondersteunen, iets dat het panel “indrukwekkend” noemt.
Studenten worden bovendien actief betrokken bij beleid, onder meer via assessoren, raden en adviescommissies. Hun stem wordt zichtbaar meegenomen in besluitvorming.
Autonomie met samenhang: de kracht van netwerken
De RUG is een decentraal georganiseerde universiteit waarin faculteiten veel ruimte krijgen om beleid en onderwijs eigen vorm te geven. Het panel ziet dat deze autonomie goed functioneert omdat de universiteit beschikt over een sterk netwerk van formele en informele samenwerkingsstructuren.
Het rapport benadrukt dat juist deze infrastructuur het mogelijk maakt om snel te reageren op nieuwe ontwikkelingen. Zo noemt het panel de snelle ontwikkeling van beleid rond generatieve AI (GenAI) een voorbeeld van succesvolle samenwerking tussen diensten en faculteiten.
Wel adviseert het panel om informele netwerken zichtbaarder te maken in documentatie, zodat hun waarde structureel wordt onderkend.
Professionalisering en docentondersteuning: naar een sterker CTL
Op het gebied van docentprofessionalisering heeft de RUG al een rijk aanbod, met onder meer BKO- en SKO-trajecten en een actief netwerk binnen de Teaching Academy Groningen. Tegelijk werkt de RUG aan een nieuw Centre for Teaching and Learning (CTL) dat expertise moet bundelen en kennisuitwisseling faculteit overstijgend moet versterken.
Het panel ziet grote potentie in dit CTL, maar benadrukt het belang van duidelijke rolverdeling tussen centrale en facultaire activiteiten én voldoende tijd voor medewerkers om aan professionalisering deel te nemen.
Stabiele kwaliteitszorg en sterke monitoring
De kwaliteitszorg van de RUG is volgens de NVAO zowel doordacht als effectief. Met instrumenten zoals onderwijsmonitoren, onderwijskaarten en onderwijsjaargesprekken heeft de universiteit goed zicht op de kwaliteit van opleidingen. Problemen worden tijdig gesignaleerd en structureel opgevolgd.
Het panel raadt de instelling aan om verschillen tussen evaluatie- en meetmethoden te verkleinen, zodat centrale doelen en opleidingen beter op elkaar aansluiten. Ook ziet het panel kansen om studenten consequenter te informeren over resultaten en opvolging van evaluaties.
Lerende organisatie die snel kan reageren
De NVAO constateert dat de RUG systematisch werkt aan verbetering. Innovatie ontstaat vanuit de community zelf, ondersteund door expertise en samenwerking. De universiteit liet tijdens de pandemie én recent in het GenAI-beleid zien dat zij snel kan schakelen wanneer dat nodig is.
Het panel adviseert om deze ervaringen te benutten om ook bij minder urgente thema’s sneller tot implementatie te komen.
Aanbevelingen voor verdere groei
Het panel noemt als belangrijkste aanbevelingen:
- Maak informele netwerken zichtbaarder en structureel onderdeel van beleid;
- Harmoniseer evaluatie- en meetmethoden waar mogelijk;
- Versterk ondersteuning en training van decentrale medezeggenschap;
- Zorg voor een duidelijke positionering van het toekomstige CTL;
- Reflecteer op processen die snelle beleidsontwikkeling mogelijk maken.
Deze punten doen geen afbreuk aan het positieve eindoordeel; ze bieden de RUG vooral richting voor verdere versterking.
